verklaring ´87
Als men mij vraagt naar de oorsprong, de betekenis van mijn werk, een omschrijving van wat ik gestalte wil geven, lijkt het mij het beste te verwijzen naar mijn liefde voor het "teken", de door de mensenhand aangebrachte kras op de wand. Ieder leven laat striemen na, leesbare vormen die door mij worden opgeslagen, later terug meegedeeld. Niet de kunst is mijn drijfveer, wel het gestalte geven, het opbouwen van een nieuwe wereld; het magische spel dat ik speel, geboorte van een nieuw stelsel, een superschot naar de ons omringende sferen. Ik hou van het gevoel te weten dat mensen van een of andere van mijn creaties houden. Dat dit voor hen een nieuwe aanwezigheid is, het venster dat uitgeeft op de wereld voorbij het dagelijkse. Of dit later kunst genoemd wordt zal mij een zorg zijn. Nu is er de uitdaging, de onbekende weg die moet betreden worden, daar is geen plaats voor "cultuur"; alleen het groeiproces, de verwerking van ervaringen zijn bepalend voor de creatie. Naar buiten vertaalt zich dit in compromisloze signalen, herkenbare symbolen. Bij een houding als deze komt zowel twijfel als rotsvast vertrouwen naar boven. Bij twijfel ben je weer het kind, wil in het bedje liggen met het lichtje aan, mama dichtbij. In bijzijn van publiek wil je stoer doen maar binnen in je roep je naar én je mama én je papa. Maar alleen met het doek ben je de barbaar, de heerser, de adelaar en schepper tegelijk, high van je eigen kunnen. Dan openbaart zich de wereld zelf, de vreugde, het genot, de passie, het gebrek, de val, destructie, hoop. Er ontwikkelt zich een vorm en kleurentaal, een soort van alfabet dat me mogelijkheden geeft tot conversatie. Het manuele, het snelle, heeft daarin steeds een belangrijke plaats ingenomen. De beslissing van het moment (wat reageert eerst: instinct of intellect?), het teken (zie hoger) manifesteert zich, het wordt gekristalliseerd. Ook het kleurgebruik wordt op deze wijze gehanteerd. Het vlamt als een wapen in de hand van de strijder, overtuigend gebruikt of teder strelend, steeds de aandacht eisend van de toeschouwer. Deze beschouwingen zijn een hint in de richting waarin ik sluip, zweef of val. Het zijn kleine schijnbewegingen, handjes wuiven naar de mensen om me heen. Maar velen zullen nog tientallen andere benaderingen schrijven, ook valabel; weer nieuwe lijnen zullen gevonden worden, gelukkig is kunst nog steeds geen vaststaand feit geworden.
Herman Van den Broecke |